Een opleiding in Europa is voor een doorsnee student al best aanlokkelijk. Maar China, dat is nog
een ander verhaal. Vijftien Belgische ingenieursstudenten, van wie de meerderheid meisjes, kregen deze zomer de kans om stage
te lopen bij Huawei in Shenzhen. Zij werden ondergedompeld in de Chinese bedrijfscultuur. “Je merkt aan alles dat Chinezen
harde werkers zijn.”
“Een motivatiebrief, een korte video en een interview van een kwartier. Dat was voldoende om mij in China te brengen”, zegt
Gwenny Nurtantio, studente handelsingenieur aan de VUB. Ze was één van de vijftien studentes uit ons land (en Luxemburg) die
deelnamen aan het ‘Seeds for the Future’- programma, dat voor de derde keer door het Chinese technologiebedrijf Huawei in ons
land werd georganiseerd. “Zelf ben ik half Chinees, maar ben nooit in China geweest. Ik vond het dus een uitgelezen kans om
met het land kennis te maken”, vertelt Gwenny Nurtantio, die samen met 120 studenten deelnam aan de selectie.
Shenzhen
Vrouwelijke studenten in ingenieursrichtingen zijn doorgaans in de minderheid. Maar in het ‘Seeds for
the Future’-programma was het net omgekeerd: bij de vijftien ingenieursstudenten die uiteindelijk werden geselecteerd, waren
er acht meisjes. Het programma van een tweetal weken bestond uit een taaltraining Mandarijns aan een universiteit in Beijing
en een producttraining bij Huawei in het hoofdkwartier in Shenzhen. Studenten leerden ook bij door samen te werken met
Huawei-medewerkers. “Een Chinees bedrijf als Huawei lijkt op zich wel op een westers bedrijf. Hun visie en structuur doen
bijvoorbeeld eerder Amerikaans aan”, vindt Nurtantio.
Voor de studenten is een opleiding in China een ervaring, die later bovendien mooi oogt op hun cv. Het kader is ook apart.
Huawei is met ongeveer vijftigduizend werknemers in Shenzhen een stad in de stad, met meer dan tien gebouwen én een campus
waar de studenten verbleven. Al is dat zelfs klein bier in vergelijking met hun overburen van Foxconn, de beruchte fabriek
waar onder andere de iPhone en de iPad worden gefabriceerd en waar maar liefst een half miljoen mensen aan de slag zijn.
Terwijl Shenzhen dertig jaar geleden amper bestond, telt de stad vandaag vijftien miljoen inwoners.
Engels
“Het ‘Seeds for the Future’-programma van Huawei bestaat al in twintig landen. Het is geen (verdoken)
vorm van campus recruitment, want de ingenieursstudenten die uitgekozen werden, studeren nog. Die selectie gebeurde op basis
van hun motivatie en openheid ten aanzien van andere culturen. Die openheid kenmerkte ook de 15-koppige Belgische delegatie.
Tijdens de hele trip praatten de studenten, die mekaar bij het vertrek in België overigens niet kenden, onderling Engels met
elkaar om geen enkele landstaal te discrimineren.
De Belgische studenten bleken alvast gecharmeerd door de Chinese manier van zakendoen. “Je merkt aan alles dat de Chinezen
harde werkers zijn. Het familiegevoel zit hier ingebakken in het bedrijfsleven. Een bedrijf als Huawei komt ook over als een
soort familie. Veel werknemers zijn er bijvoorbeeld mede-eigenaar”, weet Louis Maeyaert, student burgerlijk ingenieur
aan de UGent. “Voor Chinezen zijn wij heel vreemd als grote, blanke persoon. Wij hebben bijvoorbeeld veel bekijks als wij
in een stad als Beijing rondlopen. Sommigen namen foto’s van ons. Ook al staan ze wel open voor ons, er is vaak een
behoorlijke taalbarrière. De modale Chinees spreekt of begrijpt eigenlijk geen Engels”, stelt hij.
Google noch Facebook
De meeste afgereisde studenten bleken bij nader inzien best bereid om later voor een Chinees bedrijf
te werken. Maar in China komen wonen om er te werken, blijkt voor de meesten toch een brug te ver. “Shenzhen is een gigantische
metropool, modern en erg indrukwekkend, maar je hebt hier toch ook eigenaardigheden die daarmee in schril contrast staan”, oppert
Isa Sebrechts, die eveneens voor burgerlijk ingenieur studeert aan de UGent. “Een detail zijn bijvoorbeeld die hurktoiletten.
Die zijn hier compleet normaal, maar voor een westerling is zoiets toch vreemd. Net zoals je het water uit de kraan niet mag
drinken en je ook geen Facebook en Google kunt raadplegen. Die worden door de Chinese overheid afgeblokt.”
Dat China op economisch vlak en inzake openheid bezig is aan een gigantische opgang, is alvast een van de belangrijkste
herinneringen van de studenten. “Er wordt erg veel geïnvesteerd in infrastructuur. In de stad zie je overal elektrische scooters
en taxi’s. De Chinezen hebben hier ook echt het gevoel dat ze erop vooruitgaan”, vindt Louis Maeyaert. “Heel veel zaken, zoals
gezinnen die voor de eerste keer een auto kunnen kopen, zijn nieuw voor hen. Bij ons is dat er allemaal al”, stelt hij. “Maar als
je naar die opmars kijkt, heb je soms toch het gevoel dat ze ons ooit wel zullen voorbijsteken en dat het in België eerder bergaf
kan gaan. Als je verhalen leest dat onze kinderen minder welvarend zullen zijn dan hun ouders, dan ligt dat in China wel anders.
Hier blijkt er meer potentieel.”